1. een bindmiddel dat niet resulteert in een niet afbreekbare verffilm. Het is niet omdat je een plantaardige grondstof verwerkt dat de uitgeharde vorm niet in microplastics resulteert.
2. gebruik weren van petrochemische bestanddelen in en buiten het bindmiddel, en dat zijn er verrassend veel :
– de vanzelfsprekende polymeerverven : vinyllatex, acryl, polyurethaan
– petrochemisch/biologische hybriden zoals alkydhars
– alternatieve ‘natuurlijke’ bindmiddelen zoals azijnzuuresters (polyvinylacetaat) die wel enigzins afbreekbaar zijn maar waarvan de grondstoffen toch weer deels uit aardolie gewonnen worden.
– kleurstoffen : gewone verf, ook vele ecologische verven, wordt ingekleurd met azo kleurstoffen. Ze zorgen voor zowat alle felle kleuren : geel, rood, groen, blauw. Deze worden uit een lange schakel van reactieproducten gemaakt van oa benzeen, een aardoliederivaat
– verborgen solventen (zoals glycol) in lage concentraties die gebruikt worden als bewaarmiddel, emulgator…
– weekmakers (ftalaten, alkylfenolen…)
Waarom kan het anders :
We maken gebruik van zogenaamde drogende oliën. Deze plantaardige oliën worden dermate bewerkt (’gekookt’) dat ze de goede eigenschappen van bvb. lijnolie bevatten maar niet de nadelen zoals traag drogen. Daardoor zijn vooral een heel aantal hulpstoffen overbodig.